7 tips voor het verbeteren van je WIFI
Bijna alle bedrijven kunnen niet meer zonder een draadloos netwerk. Vaak is het mogelijk met simpele aanpassingen een beter WiFI netwerk te krijgen. Vrijwel elk bedrijf heeft een draadloos netwerk voor zijn werknemers, gasten, klanten en toeleveranciers. De snelle groei van het aantal apparaten dat gebruik maakt van het netwerk, zorgt vaak voor onverwacht teleurstellende prestaties. Vaak liggen een van onderstaande 6 punten daar aan ten grondslag.
1. Overbelasten van de router
Het lijkt heel aantrekkelijk te beginnen met een voordelige consumenten router. Zodra het verkeer op het netwerk toeneemt en bijvoorbeeld een NAS, webcams en mobieltjes regelmatig worden aangeroepen, blijken deze routers de verkeersstroom niet aan te kunnen. Het is niet eenvoudig vooraf te bepalen wat een router aankan. Wanneer onverwacht vertragingen optreden, is het een goed idee een tweede, onafhankelijke netwerkswitch te installeren met een draadloos toegangspunt om te zien of een verminderde druk op de originele router de problemen oplost.
2. Te weinig accesspoints
Vaak verwachten bedrijven toe te kunnen met één access point zonder te kijken naar de verkeersdrukte. Met de toename van het aantal smartphones, tablets, laptops, printers en andere apparatuur kan zelfs een bedrijf met minder dan 10 werknemers vele tientallen apparaten met het netwerk verbonden hebben. Het installeren van meer access points kan de druk verminderen. Ook kan het raadzaam zijn apparatuur als printers en desktops-pc aan het bedrade netwerk te hangen als dat mogelijk is.
3. Verkeerd geplaatste acces points
De plek waar access points worden opgesteld is cruciaal voor de prestaties. Alles wat zich tussen het acces point en de wifi-apparatuur bevindt, verzwakt het signaal. Metalen constructies storen het meest maar ook muren, verplaatsbare wandjes, deuren, archiefkasten en bureaus hebben een negatieve invloed op het signaal. Houd daar rekening mee bij de installatie en zorg ook om die reden voor extra acces points die zo veel mogelijk een zichtlijn hebben met de apparatuur die er mee in verbinding staat.
4. Gebruik van het default kanaal
Het ligt voor de hand bij de installatie van een router het kanaal te gebruiken dat de router zelf aangeeft. Toch is dat niet verstandig wanneer er in de omgeving meer draadloze netwerken actief zijn. In het beste geval zoekt de router zelf steeds naar de optimale kanalen, maar vaak loont het de moeite periodiek het gebruik van de verschillende kanalen te analyseren. Er zijn maar drie kanalen die niet overlappen, namelijk 1, 6 en 11. Maar in zeer drukke omgevingen kan het de moeite lonen te experimenteren met het inzetten van de overlappende kanalen. Er is software voor die alle wifi signalen in je buurt scant inclusief op welk kanaal ze zitten. Kies vervolgens de rustigste en kies die bij de instellingen van de wifi router. (Mac: iStumbler, Windows: inSSIDer)Deze software kun je ook gebruiken om de signaalsterkte te controleren en te zien of de aanpassingen die je doet effect hebben en welke het beste hebben gewerkt in jou situatie.
5. Zorg voor de meest recente firmware
Iets dat vaak vergeten wordt is het bijwerken van de firmware op de router naar de meest recentste versie. Zelfs een nieuwe router heeft vers uit de doos niet altijd de meest up-to-date firmware. Een update betekent vaak een verbetering van de signaalsterkte.
6. Zet de stroombesparingsfunctie uit
Er zijn routers met een stroom besparende modus die standaard is ingeschakeld. Een kleine besparing, zeker, maar een funest voor je wifi snelheid. Ga naar het configuratiemenu van de router en zoek naar instelling als 'stroombesparing' of 'eco mode' en zet dit uit.
7. Negeren van de 5GHz-band
Wanneer de router de mogelijkheid biedt, vergeet de 5 GHz-band dan niet te activeren. Er komt steeds meer apparatuur met de mogelijkheid de 5GHz-band te gebruiken. Deze biedt veel meer ruimte en is bovendien nog weinig gebruikt.
Opmerkingen
0 opmerkingen
U moet u aanmelden om een opmerking te plaatsen.